De Franse geleerde Antoine Galland, die Duizend en Een Nacht in Europa introduceerde - in de periode 1704-1717- tekende deze verhalen op uit de mond van een Syriër, die ze op zijn beurt weer van Arabische nomaden had vernomen. Het is dus niet het werk van één auteur, maar van meerdere 'Sprooksprekers' die deze verhalen vertelden rond de kampvuren van zwervende karavaanreizigers, die de schrijfkunst niet machtig waren. Aangenomen wordt dat Duizend en Een Nacht ongeveer aan het einde van de Middeleeuwen in Egypte zijn huidige, afgeronde vorm kreeg, maar de Perzische, Arabische, Indiase en zelfs Chinese invloeden dateren toch stellig van nog veel vroeger en vallen waarschijnlijk terug op de sagen en legenden van die landen. Vele bewerkingen zijn in de loop der eeuwen verschenen. In Frankrijk van Mardrus, in Engeland van Burton en Lane, in Duitsland van Littmann. Deze editie brengt alle overgeleverde verhalen in de moderne bewerking van Ab Visser. De menselijke waarden, deugden en zwakheden, de humor en de wijsheid, de liefde en de wreedheid, de genotzuchtige filosofie van het goede leven-dit alles geeft deze verhalen hun eeuwige jeugd.